Mister DOS’37 Dennis Boshoeve in actie
VRIEZENVEEN – Zeg je DOS’37, dan zeg je al snel Dennis Boshoeve (34). De centrale verdediger en aanvoerder speelde zestien seizoenen in het eerste van de club uit Vriezenveen. DOS’37 – Go Ahead Kampen op zaterdag 7 maart blijkt, door het voortijdige einde van de competitie vanwege het coronavirus, zijn laatste duel in de hoofdmacht te zijn.
Boshoeve: „Heel lang geleden, thuis tegen IJVV. Het werd 0-0 of 1-1, dat weet ik niet meer. Wel dat het duel in een gelijkspel eindigde. En dat ik maar een paar minuten meedeed. Ik zat nog in de A-jeugd, maar deed dat seizoen al regelmatig mee in de hoofdmacht. Het seizoen erna maakte ik de overstap naar de senioren en vanaf dat moment was ik ook basisspeler. In totaal zestien seizoenen.”
Braamhaar zei tegen me dat hij niet begreep dat ik nooit hogerop had gespeeld Dennis Boshoeve
Boshoeve mag je met recht een DOS’er noemen. Hij begon als klein jochie met voetballen in het geel met zwart en ging nooit weg. „Zelf had ik die intentie niet en ik ben ook nooit echt officieel benaderd door een club. Dat verbaasde me wel. Ooit speelden we met Team Twenterand tegen FC Twente, we verloren met 1-0. Ik herinner me nog dat scheidsrechter Braamhaar toen tegen me zei dat hij niet begreep dat ik nooit hogerop had gespeeld. Het is niet anders. Ik heb prachtige dingen meegemaakt, was bijna nooit geblesseerd en dus zeker tevreden met m’n carrière.”
„DOS’37 – Go Ahead Kampen, een 2-1 nederlaag. Natuurlijk besefte ik op dat moment nog niet dat het over en uit was. Maar nee, het is niet zo dat ik door deze ontwikkelingen toch nog een seizoen doorga. De keuze om te stoppen is een bewuste, daar kom ik niet meer op terug.”
Wedstrijden spelen vond ik nog altijd geweldig, maar dat gold minder en minder voor de trainingen Dennis Boshoeve
„Tijdens dit seizoen merkte ik al dat stoppen een juiste beslissing was. Wedstrijden spelen vond ik nog altijd geweldig, maar dat gold minder en minder voor de trainingen. Ik word 35 jaar, het is goed zo. En ik wilde ook voorkomen dat ik bijvoorbeeld een jaar lang vooral op de bank zou zitten, dat ik net te lang door was gegaan.”
Er komt, zo liet DOS’37 weten, op een nog te bepalen datum nog een officieel afscheid voor de centrale verdediger. Op die plek speelde hij nagenoeg altijd. „Ik ben ook wel een keertje als verdedigende middenvelder opgesteld en als rechtshalf.” Na een korte stilte: „Nee, dat was niet m’n ding.”
Boshoeve maakte twee kampioenschappen mee met DOS’37: van de tweede naar de eerste klasse en van de eerste naar de hoofdklasse. „Die laatste titel was wel een hoogtepunt. Maar dat gold ook voor het spelen van de bekerfinale. In het seizoen van het kampioenschap in de eerste klasse hadden we helemaal niet de doelstelling om te promoveren, maar dat jaar zat alles mee. Geweldig om een keer met DOS in de hoofdklasse te voetballen.”
De titel in de eerste klasse was wel een hoogtepunt. Maar dat gold ook voor het spelen van de bekerfinale Dennis Boshoeve, DOS’37
Diezelfde hoofdklasse bleek voor DOS een te hoog podium, en het seizoen erop volgde meteen degradatie. „We haalden best nog wat punten, maar waren met Drachtster Boys duidelijk de minste. Vooral tegen de teams bovenin hadden we weinig in te brengen.”
Waarna Boshoeve meteen schakelde naar het dieptepunt. „We verloren thuis met 9-0 van Harkemase Boys, en dan mochten we nog onze handen dichtknijpen. Elke minuut was er een te veel in die wedstrijd, we werden compleet weggetikt. Ook de nederlaag in de finale van de districtsbeker tegen De Bataven was een enorme domper. We speelden die finale thuis en wilden o zo graag winnen, maar het lukte niet.”
Vanaf komend seizoen speelt Boshoeve in het derde team van DOS’37. Een training overslaan is geen probleem, zolang hij er op zaterdag maar staat. „Natuurlijk zal het even schakelen zijn, maar dat komt wel goed”, zegt hij. En DOS 1? „De hoofdklasse was een brug te ver voor DOS’37. De eerste klasse is een goed niveau, waarop ze misschien een keertje mee kunnen door voor een periodetitel. Veel meer zit er op dit moment, denk ik, niet in.”
Bron: Tubantia Robin Campmans